De best verdiende bijbaan voor MBO, HAVO, VWO en HBO studenten in heel Den Bosch en omgeving!

Misschien wel de beste bezorgster van Nederland

Sybilla Claus

© Werry Crone
75 jaar Trouw

Henny Stekelenburg (80) is een van de oudste bezorgsters van deze krant. ‘Hou er nou toch eens mee op’, klinkt het geregeld. Maar stoppen is geen optie. ‘Dit is mijn gezondheidsrit.’

Het is vijf graden en het miezert langs de smalle Lingedijk. En het stormt. Code oranje. Bij een stuk open veld moet Henny Stekelenburg (80) afstappen om lopend de rest van de kranten te bezorgen. Vroeger bracht de Betuwse zo’n zeventig kranten rond in haar dorp Acquoy (spreek uit: Akkooi). Nu staan er nog vijftig namen op de ‘looplijst’, het A4’tje met bezorgadressen. Die vindt ze elke ochtend voor zes uur in haar portiek bij het pak verse kranten.

Om de kosten te drukken hebben de Persgroep (uitgever van onder meer Trouw, AD en de Volkskrant), De Telegraaf en NRC de bezorging samengevoegd. Jammer voor Stekelenburg: “Vroeger kreeg ik een fietsvergoeding van Trouw, AD én De Telegraaf. Dat is er nu maar één.” En de bezorgvergoeding is laag, die is zelfs verlaagd. Met een uur trappen in weer en wind verdient ze nog geen acht euro. Zaterdags duurt de rit langer, dan passen de dikke kranten niet allemaal in de tas en moet ze een keer terug.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

© Werry Crone

“Wanneer hou je op met die rotkrant?”, vraagt haar man Wim (86) geregeld. Maar Henny Stekelenburg weet van geen ophouden. “Ik ben graag buiten bezig. Het is mijn gezondheidsrit.” En trouwens, wie zou na haar nog zin hebben het te gaan doen?

Vijf uur

Henny Stekelenburg slaapt altijd kort. Vijf uur is genoeg. Ze heeft een doel om op te staan, daar wordt ze gelukkig van. Tevreden zijn met wat je hebt, daar zijn de Stekelenburgs goed in. Ze zetten het als spreuk op hun kerstkaarten. “Ik las over prins Bernhard jr., die honderden panden in Amsterdam bezit. Daar gruw ik van, die hebberigheid.”

De ochtendrit is meestal mooi. Gisterochtend was het volle maan, vanaf april zal ze de koekoek weer voor het eerst horen. Die datum schrijft ze altijd op. Heel soms ziet ze een ree. En die luchten, de zonsopgang in de zomer, schitterend. De sneeuwstorm in december was minder. “Iemand had gezegd: ‘Maak er maar een middagkrant van’.” Dat is haar eer te na. Maar op de fiets, dat ging echt niet. Dus kwam vier ochtenden de kleine Toyota uit de stal. “Auto in, auto uit. Ik ga veel liever op de fiets.”

Al veertig jaar

Het gezin bezorgt de dorpskranten al veertig jaar. Eerst de kinderen, en toen de laatste in 1984 ging studeren, nam Henny het stokje over. Sindsdien heeft het echtpaar het nodige voor de kiezen gekregen. Op het kleine kerkhof aan de Achterweg wijst Stekelenburg een graf aan. “Mijn broer Tijmen, hij had het syndroom van Down.” Een rij verder liggen haar ouders, die hun laatste jaren bij hen woonden.

Verderop ligt een graf vol hei en rode tulpen, voor Erika, haar jongste dochter. Zij was manisch depressief, een ziekte waar je als ouder niets aan kunt doen, behalve je zorgen maken. In 1990 maakte Erika een einde aan haar leven. “Daarvoor leefden we al twee jaar in angst.” Sommige huwelijken lopen stuk op zo’n drama. Maar Wim en Henny hebben altijd over hun ‘bloemen-kind’ kunnen praten. Het staat ook op haar steen: ‘Liefde reikt verder dan de dood. Daarom blijf jij altijd bij ons.’

Therapeutisch

Het vaste ritme van het bezorgen van de krant werkte therapeutisch. En Acquoy heeft hen enorm gesteund: “Daarom woon je in een dorp.”

Ze zijn geen geboren ‘Kooisen’, de Sterkenburgs kwamen in de jaren zestig uit Bodegraven, Wim verbouwde de ruilverkavelingsboerderij tot twee woningen. De huidige buurvrouw is Henny’s zus – ze leest óók Trouw. “Dat deden onze ouders al.”

Je wordt in Acquoy begraven of je verdwijnt snel. Een tussenweg is er niet. Vroeger had je een postkantoor, een bankfiliaal, de bibliotheek en de SRV-wagen. Nu is er drie keer niks.

Aardig inzicht

Het jarenlang bezorgen van de krant heeft Stekelenburg een aardig inzicht gegeven in de 561 dorpsbewoners. De hoogopgeleide import leest de Volkskrant, de autochtonen vooral De Telegraaf. Trouw, heeft er maar vier abonnees.

Stekelenburg komt rond Nieuwjaar niet langs met een wenskaart – schooien, noemt ze dat, gebedel, daar begint ze niet aan. Dus zetten abonnees iets bij haar deur: een plant met een envelop, een doosje Merci met een bankbiljet.

De Kooisen letten op elkaar. Of je nou Trouw of De Telegraaf leest. Als er een krantje over is, geeft Stekelenburg dat aan iemand die het niet zo breed heeft. Die geeft het weer door aan een ander. Soms gaat zo’n krant wel vijf keer rond. Zelf leest ze de Trouw die overblijft.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

© Werry Crone

Licht bij de buren

De ronde van Stekelenburg zit er bijna op. Ze ziet dat er bij de buren licht brandt, zet de fiets neer – niet op slot – en loopt via de garage de woonkamer in, bij Theo van Leeuwen, een Telegraaflezer. Na enig aandringen wil hij wel een klacht over veertig jaar bezorging melden: hij heeft één keer een tweedehands krant gehad. Was Henny een adres vergeten? Hoe is het mogelijk? Bij haar, misschien wel de beste bezorgster van Nederland? “Als ik eens een fout maak, is het op maandag”, geeft ze lachend toe. Ze maakte het die keer direct goed door een weggegeven krant terug te vragen.

Nu Van Leeuwen toch bezig is: hij grapt dat hij zich ook stoort aan het klepperen van de brievenbus. Henny verweert zich. “De krant moet er helemaal in.”

BRON: TROUW